Info veldslag
- Lafelt (bij Riemst, tussen Tongeren en Maastricht)
- Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748)
Frankrijk
|
|
|
---|---|---|
Troepensterkte |
ca. 80.000
|
ca. 70.000
|
Slachtoffers |
ca. 10.000 doden en gewonden
|
ca. 7.000 doden en gewonden
|
Legerleiders |
Maurits van Saksen
|
Hertog van Cumberland
|
Synopsis
Door het Verdrag van Utrecht (1713), dat een einde maakte aan de Spaanse Successieoorlog, ging het bestuur over de Zuidelijke Nederlanden van Spaanse handen over in Oostenrijkse. Deze 'Oostenrijkse tijd' begon met een relatief lange periode van vrede. Hieraan kwam een einde door het overlijden van keizer Karel VI in 1740. Hij werd opgevolgd door zijn dochter Maria-Theresia, maar sommige Europese vorsten meenden zelf rechten op de Oostenrijkse troon te kunnen laten gelden. Anderen dachten dan weer hun voordeel te kunnen doen met de vermeende zwakte van een vrouw als keizerin. Er ontstonden twee kampen: aan de ene kant o.a. Groot-Brittannië en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden die Maria-Theresia steunden en anderzijds Frankrijk, Spanje, Pruisen, Saksen en Beieren. De spanningen liepen uit op de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748), die zich tijdens de eerste jaren hoofdzakelijk in Centraal-Europa afspeelde.
Ongerust over de dreiging vanwege de onmiddellijke nabijheid van de coalitiegenoten Oostenrijk, Groot-Brittannië en de Republiek aan zijn noordergrenzen, besliste koning Lodewijk XV in mei 1744 om de Zuidelijke Nederlanden binnen te vallen. Na een aantal belegeringen, een grote veldslag (Fontenoy, 11 mei 1745) en wat kleinere gevechten, had het Franse leger onder leiding van maarschalk Maurits van Saksen, aan het einde van de zomer van 1746 het land, op Luxemburg en Gelre na, volledig in handen. De geallieerden plooiden terug op het neutrale prinsbisdom Luik maar de Fransen versloegen hen ook daar in de Slag bij Rocourt (11 oktober 1746).
In het voorjaar van 1747 richtte Frankrijk vervolgens zijn pijlen op Maastricht. Met de verovering van deze strategische vesting zou het niet enkel zijn nieuw veroverde posities aan de oostelijke flank kunnen consolideren, het zou ook de poort open zetten voor een aanval op de Republiek. Einde juni begon iedereen stelling in te nemen.
Op de ochtend van 2 juli, een regenachtige dag, staan de geallieerde legers, opnieuw onder het opperbevel van de hertog van Cumberland, opgesteld op een lijn van Alden Biesen, over Grote en Kleine Spouwen en Kesselt tot aan Wolder (vandaag een buitenwijk van Maastricht) met van west naar oost de Oostenrijkse, Nederlandse en Britse troepen, deze laatste aangevuld met eenheden uit Hannover en Hessen (de Britse koning George II was ook keurvorst van Hannover).
De Fransen, met in hun gelederen net zoals in Fontenoy een Ierse brigade, vormen zuidelijk van hen een parallel front van Genoelselderen over de hoogte van Herderen tot aan Riemst. De dorpjes Vlijtingen en Lafelt liggen vlak voor de geallieerde linies maar in feite tussen beide partijen in.
De geallieerden hebben hun hoofdkwartier in de landcommanderij van Alden Biesen terwijl van Saksen samen met koning Lodewijk XV het strijdtoneel gadeslaat vanop de Sieberg bij Herderen.
George-Louis Le Rouge, Plan de la bataille de Laufeldt gagnée par Louis XV, le 2 juillet 1747
© Source gallica.bnf.fr / Bibliothèque nationale de France
Aan de westzijde van de frontlijn bevinden de geallieerden zich op hoger gelegen terrein en zijn daar tactisch in het voordeel; de Fransen staan dan weer sterker in het centrum en in het oosten: zij hebben de heuvelrug van Riemst weten te bezetten en voor hen ligt een meer open terrein, weliswaar doorsneden met hagen en holle wegen. Van Saksen beslist dan ook zich te concentreren op de oostelijk gelegen geallieerde linkervleugel. Zo kan hij profiteren van zijn hogere uitgangsstelling maar hij wil tegelijk de geallieerden afsnijden van Maastricht, zijn uiteindelijke doel.
Rond 9 uur begint de strijd. De Fransen nemen vrij gemakkelijk het vlak voor hun linies gelegen dorpje Montenaken in (het huidige Vroenhoven), net ten oosten van Riemst. Ondertussen is er onenigheid in het geallieerde kamp. Opperbevelhebber Cumberland prefereert een confrontatie op open terrein terwijl generaal Ligonier (een Franse hugenoot in Britse dienst), bevelhebber van de geallieerde linkervleugel, Vlijtingen en Lafelt als vooruitgeschoven positie wil gebruiken. De huizen, holle wegen en hagen vormen een hinderpaal voor aanvallende infanterie en cavalerie. Ligonier moet plooien en Vlijtingen en Lafelt worden in brand gestoken, maar in de tussentijd hebben Britse en Hannoverse troepen tot twee keer toe de dorpjes bezet en weer ontruimd.
Van Saksen heeft dit op afstand gezien en concludeert hieruit dat de geallieerden zich terugtrekken. Hij besluit zijn aanval te concentreren op Lafelt. Tot vier keer toe, respectievelijk rond kwart voor elf, om half twaalf, om half een en even na een uur, vallen de Fransen Lafelt aan maar worden steeds teruggedreven door Britse artillerie en toegesnelde infanteriebataljons. Beide partijen werpen telkens bijkomende versterkingen in de strijd; geconcentreerd kanonvuur is echter moordend voor de Fransen die fel gehinderd worden door de hagen en de holle wegen. Vooral de Ierse brigade lijdt op die manier enorme verliezen.
Een vijfde Franse aanval richt zich niet enkel op Lafelt maar slaagt er ook in de op een heuvel achter het dorp gelegen Britse artilleriebatterij onschadelijk te maken. Van Saksen positioneert zijn eigen geschut op deze heuvel en kan nu de aanvoerlijnen van de geallieerde versterkingen onder vuur nemen waardoor tussen Lafelt en het iets noordelijker gelegen dorpje Hees een bres ontstaat in de geallieerde lijnen. De Franse cavalerie duikt in dit gat en gaat de confrontatie aan met de Nederlandse ruiterij die, gehinderd door de voor hen opgestelde en achteruitwijkende Hessische infanterie-eenheden, in paniek op de vlucht slaat.
De geallieerde linies wankelen en Cumberland laat omstreeks drie uur in de namiddag Lafelt definitief ontruimen. Oostenrijkse versterkingen, afkomstig van de tot dan toe nagenoeg werkloze geallieerde rechtervleugel, komen te laat.
De Fransen proberen hun opmars verder te zetten richting het vlakbij Maastricht gelegen Wolder, van Saksens objectief om de geallieerden van deze stad af te snijden indachtig, maar worden gestuit door een Britse cavaleriecharge onder leiding van Ligonier. Dit oponthoud stelt Cumberland in staat de orde te herstellen en vanaf vier uur gehergroepeerd de geallieerde terugtocht aan te vatten via Lanaken richting Maastricht.
Ligonier doet nog een tweede aanval maar wordt daarbij gevangen genomen. De avond van de slag zal hij met de Franse koning Lodewijk XV dineren, in het gezelschap van van Saksen die hiermee wel de kans laat liggen om de terugtrekkende geallieerden verder in de problemen te brengen.
© Auguste Couder, Public domain, via Wikimedia Commons
In de avonduren van 2 juli en de ochtend van de daaropvolgende dag steken de geallieerden de Maas over en nemen in goede orde stelling in, in en rond Maastricht. De kans op een Franse belegering van de stad, laat staan een inname, is hiermee voor het ogenblik verkeken. Hoewel van Saksen nadien met eerbewijzen overladen wordt, wordt hem in Frankrijk door sommigen ook verweten dat hij het momentum van de overwinning niet heeft uitgebuit.
Lafelt is tactisch gezien een Franse overwinning, maar vanuit strategisch oogpunt hebben de geallieerden hun eenheid weten te bewaren en Maastricht kunnen behouden. Dit alles echter tegen een hoge prijs. Met zo’n 7.000 doden en gewonden aan geallieerde zijde en ongeveer 10.000 aan Franse kant (waaronder meer dan 1.000 Ieren), is het de bloedigste veldslag ooit op Belgisch-Limburgse bodem. Er werden ook meer dan 3.000 paarden afgeslacht.
In mei 1748 zouden de Fransen alsnog Maastricht kunnen veroveren maar in oktober van hetzelfde jaar zal de Vrede van Aken de oorlog beëindigen en hoewel hij militair in het winnende kamp zit, zal Lodewijk XV, tot verbijstering van o.a. Van Saksen, al zijn veroveringen in de Zuidelijke Nederlanden weer opgeven en zullen de Oostenrijkers het bewind in ons land weer overnemen.
Literatuur
- NOTERMANS J., “De grootste veldslag uit de oorlog”, in: De Slag van Lafelt om Maastricht, Maastricht: Stichting Historische Reeks Maastricht, 1997, p. 51-80
- GEVAERT Marc, Slagveld van Europa. Duizend jaar oorlog in de Zuidelijke Nederlanden, Roeselare: Globe, 2007, p. 266-271
- DE MAESSCHALCK Edward, Het strijdtoneel van Europa 1648-1815. De Zuidelijke Nederlanden onder Spaans, Oostenrijks en Frans bewind, Antwerpen: Davidsfonds Uitgeverij, 2019, p. 151-171
- DE VRIENDT B., DERDE W. en CARMAN J., 2011: De Inventarisatie van slagvelden van vóór WOI in Vlaanderen, Studieopdracht uitgevoerd in opdracht van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed. [online gepubliceerd] https://oar.onroerenderfgoed.be/publicaties/ROEV/4180/ROEV4180-001.pdf
- DAENEN Julien, MERTENS Jozef, Limburg in ’t geweer. Oorlogsleed in het Land van Loon van Alva tot Napoleon, Bilzen: Landcommanderij Alden Biesen, 2008, 263 p.