Info veldslag
- Antwerpen
- Tachtigjarige Oorlog
|
Spaans-Habsburgse Rijk
|
|
---|---|---|
Troepensterkte |
|
initieel 8.000 - 10.000
|
Slachtoffers |
ca. 8.000
|
ca. 1.800
|
Legerleiders |
Filips van Marnix van Sint-Aldegonde
|
Alexander Farnese, hertog van Parma
|
Synopsis
Politieke en religieuze spanningen creëren vanaf het midden van de 16de eeuw in de door Filips II vanuit Spanje geregeerde Nederlanden een uitgesproken opstandig klimaat. Dit begin van de Tachtigjarige Oorlog brengt de sterke economische positie van Antwerpen in gevaar. De zogenaamde Spaanse Furie op 4 november 1576, wanneer niet betaalde muitende Spaanse troepen Antwerpen plunderen en in brand steken, doet het anti-Spaanse sentiment in de stad sterk groeien. In 1577 nemen protestantse opstandelingen het stadsbestuur over en vormen de Antwerpse Republiek.
Koning Filips II stelt in 1578 een nieuwe landvoogd over de Nederlanden aan: Alexander Farnese, hertog van Parma. In mei van het jaar daarop verzoenen Waalse provincies zich met hun koning, wat Parma een machtsbasis geeft om ook tegen meer noordelijker gelegen verzetshaarden op te treden. Hierop sluit Antwerpen zich op 29 juni 1579 aan bij de Unie van Utrecht, een defensief verbond tussen een aantal opstandige provincies. Twee jaar later ondertekent de stad het Plakkaat van Verlatinghe, waarbij de opstandelingen officieel Filips II afzetten als hun vorst. Als onderdeel van zijn tegenoffensief hanteert Parma een uitputtingstechniek tegen de opstandige steden door ze te isoleren, waarbij hij het omliggende land bezet en alle land- en waterwegen naar de stad afsluit. Verder vergemakkelijkt hij de capitulatie door gematigde voorwaarden van overgave voor te leggen. Tegen 1584 heeft Parma op deze manier de meeste kernen van verzet in de zuidelijke provincies van de Nederlanden weer onder controle gekregen waarna hij zijn blik op Antwerpen richt. Filips van Marnix van Sint-Aldegonde staat als buitenburgemeester van Antwerpen in voor de verdediging van de stad. De stad en de Schelde worden omgeven door meerdere forten en het openbreken van dijken laat toe om de omliggende polders onder water te zetten. Vanuit het noorden sturen Holland en Zeeland schepen om de belangrijke stad te bevoorraden en te ondersteunen bij de verdediging.
In juli 1584 komt Parma aan nabij Antwerpen, aan het hoofd van een relatief klein leger van rond de 10.000 manschappen. Hij bezet de omgeving, neemt bestaande fortificaties in en bouwt een hele reeks nieuwe forten. Voor de afsluiting van de Schelde, die tot honderden meters breed is, heeft hij echter geen vloot. Hierdoor kan de schepenmacht van Holland en Zeeland de stad blijven steunen. Met de hulp van Italiaanse ingenieurs komt Parma met een heel ambitieus en onmogelijk geacht plan: de rivier afsluiten met een vlotbrug. De constructie begint in november 1584 en tegen het eind van februari 1585 is hij voltooid. Beschermd door twee forten op beide oevers, bestaat de schipbrug uit een 30-tal schepen, vastgeketend aan elkaar om zo de stroom van de Schelde te kunnen weerstaan. Antwerpen is nu volledig afgesloten van bevoorrading.
Eerst proberen de Hollands-Zeeuwse vloot en de Antwerpenaren hun krachten te bundelen om de belegering via de vlotbrug te doorbreken. De Italiaanse ingenieur Frederico Giambelli, wonend in Antwerpen, biedt zijn diensten aan Marnix aan. Eén van zijn ideeën is het bouwen van met buskruit geladen vuurschepen. Op 4 april worden twee vuurschepen ingezet, waarvan één schip de schipbrug bereikt. De enorme ontploffing veroorzaakt aanzienlijke schade en creëert een bres in de brug. Honderden komen om bij de aanslag en Parma zelf vermijdt nipt hetzelfde lot. Door de schok van de ontploffing en miscommunicatie tussen de stad en Hollands-Zeeuwse vloot, heeft Parma zijn brug al hersteld voor de vloot ingezet kan worden.
(c) Peace Palace Library, Public Domain, via Wikimedia Commons.
De opstandelingen verplaatsen hun focus naar de Kouwensteinsedijk (lopend van Stabroek tot de Scheldelinie), om daar een doorgang te forceren. Parma heeft rond deze dijk ondertussen vijf forten gebouwd, dat hij als strategische verlenging gebruikt van zijn vlotbrug. Hoewel er polders onder water staan door het eerder openbreken van verscheidene dijken, zorgt de zwaar verdedigde Kouwensteinsedijk ervoor dat de Hollands-Zeeuwse vloot deze overstroomde gebieden niet kan gebruiken om de stad te bereiken.
(c) Jan Luyken, Public Domain, via Wikimedia Commons.
Er worden plannen gemaakt om via de overstroomde polders de dijk langs beide kanten aan te vallen. Een eerste poging op 7 mei faalt nadat de Antwerpse schepen door een misverstand niet komt opdagen om de Hollands-Zeeuwse vloot te ondersteunen. Op 26 mei begint het grote offensief, waarbij de opstandelingen rond de 200 vaartuigen inzetten tegen de dijk. De eerste troepen slagen erin voet aan wal te zetten, stellingen in te nemen en beginnen de dijk af te graven. Wanneer Parma ter plaatse aankomt, begint de kansen echter te keren. Duizenden soldaten voeren een bloedige strijd op de smalle dijk, met zware verliezen langs beide kanten. Met het keren van het watergetij beginnen de schepen van de opstandelingen vast te geraken en andere weg te drijven, soldaten achterlatende. Geleidelijk aan wint Parma meer en meer aan terrein en slaagt erin deze cruciale positie te behouden.
Deze nieuwe mislukking en het feit dat er nog maar voorraden zijn voor een goede maand laten de Antwerpenaren nog maar weinig hoop. Op 17 augustus geeft Antwerpen zich over. De stad moet het katholicisme erkennen als enige geloof en zich opnieuw onder het gezag van koning Filips II stellen. In lijn met Parma’s beleid om niet te repressief op te treden, krijgt Antwerpen wel al haar privileges terug en wordt er geen Spaans garnizoen in de stad geplaatst. Alle protestanten in de stad krijgen vier jaar de tijd om zich ofwel te bekeren naar het katholicisme, ofwel tegen dan de stad te verlaten. Hierop volgt een grote braindrain, waarbij velen de stad de jaren erop verlaten, vooral naar de andere opstandige gebieden in het noorden.
De val van Antwerpen wordt vandaag de dag dan ook vaak gezien als het moment dat de Nederlanden feitelijk scheiden. Het noorden zal zich uiteindelijk verenigen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, terwijl het zuiden onder Spaans- en later Oostenrijks-Habsburgs gezag blijft. De Gouden Eeuw van Antwerpen is nu definitief voorbij. Hoewel de stad in de volgende eeuwen nog een rol van betekenis blijft spelen op economisch en cultureel vlak, zowel in de Zuidelijke Nederlanden als in Noordwest-Europa, is het Amsterdam dat zijn positie als grote handelsmetropool overneemt.
Auteur: Michael Gasthuys, student VUB
Literatuur
- VAN REYD Everhard (bewerkt door TREU H.A.), "van Reyd Everhard over de strijd die leidde tot de val van Antwerpen - 15 augustus 1585", in: Stichting Menno van Coehoorn, Utrecht: Stichting van Coehoorn, 1985-1986, p. 9-14.
- GEYL Pieter, 1958, “The revolt of the Netherlands”, Londen: Ernest Benn, 1958 (2de editie).
- NIEUWDORP Hans, “1585-1985. Antwerpen en de scheiding der Nederlanden: Tentoonstellingen, Voordrachten, Historische En Folk[l]oristische Manifestaties”, Antwerpen: Gemeentekrediet, 1985.
- GROEN Petra, VAN NIMWEGEN Olaf e.a., “De Tachtigjarige Oorlog. Van Opstand naar geregelde oorlog. 1568-1648”, Amsterdam: Boom, 2013.